
L’Impressionnisme? C’est féminin !
Karin Haanappel studeerde Algemene Letteren en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, waar zij in 1994 afstudeerde op het oeuvre van de Franse beeldhouwster Camille Claudel (1864-1943). Sindsdien doet zij onderzoek naar de (vergeten) vrouwelijke kunstenaars en brengt deze in haar colleges, lezingen, boeken en artikelen onder de aandacht. In 2009 richtte zij het Instituut voor Vrouwelijke Kunstgeschiedenis op en in 2012 publiceerde zij het baanbrekende boek Herstory of Art. Voor de Vrije Academie verzorgt zij al jaren colleges, studiedagen en lezingen over vrouwelijke kunstenaars.
Welke rol speelt het impressionisme in jouw werk?
De tweede helft van de negentiende eeuw en het fin-de-siècle heeft altijd een aantrekkingskracht op mij gehad. Dit zijn tevens de jaren waarin het impressionisme in Frankrijk is geboren en groot geworden. Tijdens het onderzoek voor mijn biografie over Camille Claudel heb ik ontdekt dat veel vrouwelijke kunstenaars ware pioniers zijn geweest. Zo is Claudel zonder twijfel toonaangevend geweest binnen de Art Nouveau. Mijn volgende biografie gaat over de vrouwelijke impressionist Berthe Morisot. Interessant om te ontdekken dat de kunstcriticus Gustave Geffroy in 1881 schrijft: “Niemand vertegenwoordigt het impressionisme met meer talent en meer autoriteit dan Berthe Morisot”.
Bien-fini op de jaarlijkse Salon
In negentiende-eeuws Parijs is het gebruikelijk dat kunstenaars hun werk insturen voor de jaarlijkse Salon (l’exposition). Succes op de Salon betekent doorgaans ook een succesvolle carrière. Wanneer mannelijke kunstenaars impressionistisch werk inleveren, wordt dit veelal afgewezen door de juryleden omdat het volledig indruist tegen de academische werkwijze. De schilderijen zijn niet ‘bien-fini’ geschilderd, maar hebben een losse penseelvoering, een licht kleurgebruik en tonen een vluchtige impressie van het moment. Het werk van vrouwelijke impressionisten daarentegen wordt juist wel toegelaten, maar om verkeerde redenen. Sinds 1607 was het vrouwen verboden om onderwijs te genieten aan kunstacademies. Om te bewijzen dat vrouwen ‘in de schets zijn blijven hangen’ en daarom geen perfectie kunnen bereiken besluit de jury hun werk juist te tonen op de Salon zodat het publiek kan zien dat genialiteit geen vrouwelijke kwaliteit is. Ironisch om te constateren dat het publiek deze schilderijen juist geweldig vindt en graag koopt.
Wat spreekt jou het meest aan in het impressionisme?
Het impressionisme toont vaak een bepaalde joie de vivre of om de woorden van Auguste Renoir aan te halen: “De wereld is een feest van kleur. Er is al ellende genoeg in de wereld, waarom deze ook nog op het doek zetten?” Naast dat is het impressionisme een schitterende verbeelding van de tijdgeest waarin de kunstenaars leefden. Het alledaagse in plaats van historische taferelen zijn het onderwerp. Daardoor is het mogelijk om bijvoorbeeld aan de hand van schilderijen het Parijs van Haussmann binnen te wandelen, de huizen van haute bourgeoisie te verkennen, van het uitgangsleven te genieten of pittoreske dorpjes te bezoeken.
Kennen we in Nederland ook impressionistische schilders?
Zeker weten, het impressionisme is een internationale stroming en ook Nederland kent vertegenwoordigers. Bekende namen zijn Jongkind, Mauve, Breitner, Israëls en de gebroeders Maris om er een paar te noemen. En niet te vergeten vrouwelijke impressionisten zoals Arina Hugenholtz of Wally Moes. Het Singer Museum in Laren heeft fraaie werken van deze dames in hun eigen collectie.
Wat is jouw lievelingsschilderij?
Ik heb niet echt een lievelingsschilderij of een lievelingsschilder. Maar als ik er dan toch een zou moeten kiezen, dan wordt het een schilderij van Eva Gonzalès: Het ontwaken uit 1877/78. Het werk bevindt zich in de Kunsthalle in Bremen en heeft mijn aandacht vanaf het eerste moment getrokken. De dromerige blik waarmee de net ontwaakte jonge vrouw voor zich uit staart in de schemering van ochtend vind ik perfect gevangen door de kunstenares.
© 2016 Vrije Academie in gesprek met Karin Haanappel


