Tot 27 januari 2019 is de tentoonstelling Alexej Jawlenksy – Expressie & Devotie te zien in het Gemeentemuseum Den Haag. Een prachtige expositie en fraai vormgegeven. Toch ben ik verbaasd en ook een beetje boos dat de waarheid zoveel geweld is aangedaan. Nagenoeg elk tekstbord is incompleet of geschreven vanuit de propaganda om Jawlensky een van de grote vernieuwers te laten lijken aan het begin van de 20e eeuw.
Om deze tentoonstelling en vooral het verhaal van de kunstenaar Jawlensky in het juiste perspectief te plaatsen, heb ik een online lezing gegeven. Reden is mijn grote verbazing over de ongenuanceerde male-gaze die de gehele expositie kenmerkt. Ongetwijfeld is dit ingegeven door de nauwe samenwerking met het Alexej von Jawlensky-archief in Zwitserland en Museum Wiesbaden, dat de grootste collectie Jawlensky in de wereld beheert. Toch ben ik van mening dat niemand erbij gebaat is als er aannames tot feiten worden gemaakt. En dat daarnaast feiten worden verzwegen die de enorme genialiteit en genereusheid van Marianne Werefkin onderstrepen. Zonder haar was deze tentoonstelling nooit mogelijk geweest omdat hij al die werken niet had kunnen realiseren zonder haar hulp en inspiratie. Slechts twee werken van haar zijn aanwezig waardoor de ‘kunstbestuiving’ zeker niet zichtbaar wordt.
Tijdens de lezing vertel ik wie Marianne Werefkin was, dat zij onder de indruk was van het talent van Jawlensky, zijn eerste leermeester werd en hem onder haar vleugels mee naar het westen, München, heeft genomen om hem een grote meester te laten worden vanuit haar ideologie. Jarenlang heeft zij zich voor hem ingezet en zelf de penselen neergelegd. Maar wanneer hij haar 14-jarige dienstmeisje zwanger maakt, is de maat vol. Haar ideëen over kleur, spiritualiteit en kunst vertrouwt ze vanaf 1901 toe aan het papier in haar “Brieven aan een Onbekende”. Frappant genoeg zijn vele zinnen letterlijk terug te vinden in Kandinsky’s boeken. Hij heeft haar brieven gelezen én gebruikt, overigens zonder naamsvermelding. Vanaf 1906 gaat Werefkin weer schilderen. Ondertussen draagt zij de financiële zorg over Jawlensky, haar dienstmeisje Helena en Andreas (de zoon van Jawlensky en Helene). Nadat zij weer uitdrukking geeft aan haar eigen ideëen, wordt zij een van de grootste inspiraties voor de avant-garde kunstenaars in München. Niet voor niets wordt zij Die Blaue Reiterin genoemd.
Wanneer WOI uitbreekt, vluchten de Russische kunstenaars naar Zwitserland. Als na 1917 de geldelijke toelage vanuit Rusland stopt, grijpt Werefkin allerhande werkzaamheden aan om voor haarzelf, Jawlensky, Helene en Andreas te kunnen blijven zorgen. Na de oorlog blijft zij in Zwitersland en is zij een van de belangrijkste figuren van de kunstenaarskolonie in Ascona. Jawlensky wil terug naar Duitsland, met Helene en Andreas. Omdat Werefkin niet meegaat, stemt hij nu eindelijk toe in een huwelijk met Helene. Ze gaan naar Wiesbaden, waar Jawlensky in 1941 overlijdt. Zijn erfgenamen schenken een behoorlijke collectie aan het Museum Wiesbaden. Zowel Helene als Andreas (en later ook zijn kinderen) zorgen ervoor dat Jawlensky uit de schaduw van Werefkin komt en zij voortaan wordt verzwegen ten gunste van hem. Deze subjectieve visie is op de tentoonstelling in het Gemeentemuseum sterk vertegenwoordigd.
In 2014 was ik aanwezig op het internationale congres in Bremen: Crossing Borders: Marianne Werefkin and the Cosmopolitan Women Artists in Her Circle. Daar werd onlosmakelijk aangetoond dat Werefkin niet alleen de belangrijkste motor achter Jawlensky was en haar Salon het centrum van avant-garde kunst, maar dat ook de kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter nooit zonder haar ideologie opgericht had kunnen worden. Het onderzoek van kunsthistoricus Bernd Fäthke is hierbij onmisbaar. Van 1973 tot 1990 was werkzaam als conservator in het Museum Wiesbaden. Stelselmatig had hij te maken met vijandige reacties van Andreas Jawlensky en diens erfgenamen die uit alle macht probeerden Werefkins invloed te bagatalliseren en feiten te verdraaien. Wanneer aannames herhaald worden, worden ze bevestigd en bestendigd tot een nieuwe, gecreëerde waarheid. Wat is de taak van musea, meegaan in deze propaganda of het publiek informeren vanuit verschillende invalshoeken?
Na afloop van deze online lezing ontvang je een e-mail met relevante aanvullingen over Werefkin & Jawlensky waaronder een artikel van Bernd Fäthke én een fraai aanbod voor de online cursus KunstenaarsParen 2.0 waar niet alleen Werefkin & Jawlensky en Münter & Kandinsky in het juiste perspectief worden geplaatst maar nog 12 andere kunstenaarskoppels. Ik hoop je te ontmoeten bij deze online lezing!
En laat me eens weten wat je vindt van de rol van musea: moeten zij een educatieve rol spelen en feitelijkheden in de juiste context vertellen of mogen zij de (kunst)geschiedenis gekleurd en ongenuanceerd weergeven?
© 2018 Karin Haanappel
p.s. de online lezing is niet meer te volgen, de opname staat in The Story of Art Community voor mijn cursisten.
Beste Karin,
Ik kwam zojuist jouw bovenstaande artikel tegen terwijl ik met mijn laatste voorbereidingen bezig ben voor een lezing over Münter en Von Werefkin mogenavond in Heemstede. Jouw constateringen (je bent veel langer met het onderwerp bezig dan ik) onderschrijf in totaal. Overal komen de twee dames er buitengewoon bekaaid van af. Je hebt gelijk dat het Haagse Gemeentemuseum daar totaal geen oog voor heeft gehad. Onbegrijpelijk. Overigens verbaas ik mij er over hoe slordig alle info is op alle verschillende wikipedia’s over de Blaue Reiter moet daar niet eens iets aangedaan worden. Groet, Michiel Kersten